Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij mannen, insgelijks, woont bij [haar] [11]met verstand, aan het vrouwelijke [12]vat, als het zwakste, [13]eer gevende, als die ook [14]medeerfgenamen der genade des levens [met haar] zijt; opdat uw gebeden [15]niet verhinderd worden. 11. Grieks naar verstand; dat is, uw heerschappij gebruikende met voorzichtigheid en matigheid. 12. Een Hebreeuwse wijze van spreken, waardoor enig werktuig, hetzij een persoon of enige andere zaak zijnde, aangeduid wordt, en de vrouw wordt hier zo genaamd, omdat zij geschapen is tot een hulp van den man, Gen.2:18. 13. Namelijk niet boven maar nevens den man, of naast den man boven het gehele huisgezin, gevoegd met ene zonderlinge zorg en mededogendheid, gelijk het woord eer ook medebrengt, Matth.15:4; 1 Tim.5:17; hetwelk ook de liefde van den man en hare zorg over het huis vereist. Zie Ps.45:10, enz.; Spreuk.31:27,28; Ef.5:25, enz. 14. Namelijk van het eeuwige leven. Sommigen boeken hebben als die mede-erfgenamen met u zijn. Hetwelk met den zin wel overeenkomt. 15. Namelijk door twist of tweespalt. En hier worden onder de gebeden ook allerlei oefeningen van den godsdienst verstaan.